Op een zonnige herfstdag in een verpleeghuis ontmoette ik haar, zomaar terwijl ik op bezoek was bij iemand anders. Een oude dame. Ze wandelde langs – zag mijn dochtertje lopen en was verrukt om hier in haar verpleeghuis een lief, mooi, klein meisje te zien. Zulke mooie rode wangen. Zo jong. Zo’n zachte berenjas. Ze wandelde verder, aan de arm van verpleegster.
Een tijdje later kwam ze opnieuw langswandelen en opnieuw was ze verrukt over dat kleine, lieve kind. Ze stopte en ze praatte en vertelde. Een meisje, zoals ze zelf ooit gedroomd had te mogen ontvangen maar God had het anders beschikt. O, ze was zielsgelukkig hoor met haar jongens. Met allemaal. En zo blij dat haar ene zoon toch ook zelfstandig kon wonen. Het was allemaal moeilijk geweest, maar toch was het goed gekomen. En, nu, nu zat ze hier. Opgehokt. Voor even was ze uit de huiskamer weggelopen. Want, nee ze wilde geen nare dingen over iemand anders zeggen, maar daar zat een dame die onophoudelijk mopperde, dit ging niet goed en dat was niet lekker, zus was niet oké en zo was niet fijn. Een dwingende dame, die nijdig worden kon. En zij, ze deed haar best om de ander te begrijpen en te luisteren, heus, maar dit werd haar soms teveel. Dus liep ze even weg en onderweg naar haar kamer zag ze weer dat meisje, dat kleine meisje in haar berenjasje. Ze zoende haar. En vertelde haar hoe mooi ze was. Ze verontschuldigde zich voor haar gebabbel, maar ze hield zo van mensen en contact. En dit kind ontroerde haar. Ze móest het vertellen, ze móest even praten – delen, haar hart luchten.
En ik, ik zag in die paar luttele minuten zoveel van deze vrouw. Hoe ze leefde en liefde. Hoe ze tegen de klippen van het leven op naar het goede zocht. Haar zegeningen telde met wilskracht en ook hoe ze eenzaam was soms. Levenswijsheid gekregen en verwondering behouden. Haar ontroeren om de schoonheid van een kind. Ze was zo lief en mooi deze oude dame. Ze doet me denken aan de oude mensen waar ik jarenlang een ochtend in de week kwam poetsen en kletsen. Oud en kinderloos, verdriet gekend, maar ook samen en vol liefde. Wij mensen zijn zo vergankelijk en kwetsbaar, zo afhankelijk ook. Dan voel ik dat zomaar opeens zo sterk naast elkaar, hoe gebroken alles is en hoe mooi alles is. En als ik oude mensen tegenkom zoals zij, dan zie ik in de broosheid de pijn maar toch ook schoonheid, dan zie ik hoe ik hoop zelf oud te mogen worden: levend van liefde. De ogen op het goede gericht, kwetsbaarheid en zwakheid kennend, toch zoeken naar het licht – in liefde verbonden met God en de mensen om me heen. Dankjewel lieve, oude mevrouw, dat ik u zomaar even mocht ontmoeten op deze zonnige herfstdag.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi!
♥
Levenswijsheid verkregen en verwondering behouden... wat een prachtige woorden! Ik vind het hele verhaal trouwens prachtig!
Mooi dat je dit schrijft, zoveel waardering en liefde voor onze oude medemens!
Dankjewel! Onze oude medemens, dat zeg je mooi :)
Prachtig en vol liefde beschreven. 'Hoe ze leefde en liefde' mooi!
Prachtig geschreven! Zegeningen tellen met wilskracht... Wat mooi gezegd.
Ik zit zomaar te denken: kan jij geen mooi boek maken met verhalen, mijmeringen e.d. in combinatie met mooie illustraties?! Ik word in ieder geval koper ;-)
Ik lees het nu pas, maar wat mooi om deze mevrouw zomaar te ontmoeten en hoe je dit schrijft!